Er zijn natuurlijk nog een hoop mitsen en maren te plaatsen bij dit voornemen. Zo gaat niet het kabinet maar het parlement over de Huisvestingswet, en moet nog maar blijken of zo’n verbod stand zou houden bij de rechter. De morele kant van het verhaal laat ik dan nog buiten beschouwing. Maar stel dat de vier partijen erin slagen om dit voornemen te verwezenlijken, wat zou dat dan voor de gemeente kunnen betekenen?
Een eerste mogelijkheid is dat de gemeente moet zorgen voor meer opvangplaatsen, waar statushouders de wachttijd voor een sociale huurwoning kunnen overbruggen. Maar dat is met deze coalitie niet het meest waarschijnlijke scenario.
Een verbod in de Huisvestingswet zou betekenen dat de gemeente woningcorporaties niet meer kan dwingen om voorrang te geven aan statushouders. Maar corporaties zouden dit (met steun van hun huurdersorganisaties) nog wel uit eigen beweging kunnen blijven doen. Hun bevoegdheden zijn immers niet in de Huisvestingswet geregeld, maar in de Woningwet. De positie van statushouders op de lokale woningmarkt zou in dat geval sterk afhankelijk worden van het beleid van de plaatselijke corporatie(s), en de ene gemeente zou waarschijnlijk meer statushouders aantrekken en huisvesten dan de andere.
En als corporaties de urgente huisvestingsbehoefte van statushouders niet oppakken, wie doet het dan? Springen malafide particuliere verhuurders in dit gat, dan brengt dat waarschijnlijk weer extra uitdagingen met zich mee voor de gemeentelijke handhaving van de Wet goed verhuurderschap en de Wet betaalbare huur.
Of worden statushouders straks massaal dakloos? Dan stroomt een deel van die groep via de maatschappelijke opvang mogelijk alsnog met voorrang door naar een sociale huurwoning. In het Hoofdlijnenakkoord staat immers niet dat statushouders onder geen beding voorrang mogen krijgen, alleen dat dat niet op grond van hun verblijfstatus mag gebeuren. Ondertussen is een verblijf in de maatschappelijke opvang niet alleen een ingrijpende ervaring voor de direct betrokkenen, maar ook een grote kostenpost voor de gemeente.
Kortom, een verbod op het met voorrang huisvesten van statushouders zou een hoop ongewenste maatschappelijke gevolgen kunnen hebben. Het Hoofdlijnenakkoord maakt ook niet duidelijk of de taakstelling per gemeente blijft. Daarnaast is er spanning tussen de door de vier partijen beoogde besparing op de overheidsuitgaven, en de extra druk die een voorrangsverbod waarschijnlijk zou leggen op het sociale- en veiligheidsdomein binnen de gemeentelijke organisatie.
In de Leergang Woonbeleid bekijken we vraagstukken zoals dit niet uitsluitend door een volkshuisvestingsbril, maar in samenhang met andere domeinen binnen de gemeentelijke organisatie en de verschillende onderdelen van de prestatieafspraken met woningcorporaties en huurdersorganisaties.
Leer verder kijken en meld je aan. De najaarseditie start op 5 september en gaat zeker door! Aanmelden voor deze editie kan nog tot 1 augustus 2024.