Elke gemeente een flexibele schil?

12 november 2024

Pascale van der Wekken

Verdeelde reacties op het rapport Woningen voor kleine huishoudens dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op 29 oktober jl. publiceerde. Op Linkedin is de discussie behoorlijk gepolariseerd: je schijnt voor of tegen flexwonen te moeten zijn. En dat terwijl het onderzoek niet eens specifiek over flexwonen gaat, maar over kleine woningen (<50m2) in het algemeen.

Een bevinding van dit onderzoek is dat bewoners van zeer kleine woningen minder tevreden zijn en sneller weer verhuizen dan bewoners van grotere woningen. Dat geldt zowel voor tijdelijke (flex)woningen als voor permanente kleine woningen, zoals de HAT-eenheden die in de jaren ’70 en ’80 zijn gebouwd. Overigens blijkt een aantrekkelijke locatie wel het een en ander goed te maken. Desondanks adviseert het PBL om niet teveel (zeer) kleine woningen te bouwen.

Heeft het PBL daar een punt? Deels wel denk ik. Kleine huishoudens willen -vooral als ze wat ouder zijn- vaak minder groot wonen dan een gezin, maar evengoed over minimaal drie kamers kunnen beschikken. Willen dat een beetje behoorlijke kamers zijn, dan heb je het al snel over 70 á 80 vierkante meter (netto) woonoppervlak.

In een krappe woningmarkt worden kleinere woningen ook wel verhuurd of verkocht. Maar als woningzoekenden iets te kiezen hebben, blijven de kleinste woningen meestal als eerste over. Tenzij ze op een heel aantrekkelijke locatie staan natuurlijk. Om het risico op leefbaarheidsproblemen door hoge doorstroming en leegstand te beperken, is het in algemene zin wel verstandig om geen grote concentraties van kleine woningen te bouwen, maar om deze zoveel mogelijk te spreiden over verschillende complexen, wijken en buurten.

Aan de andere kant: zolang er nog een woningtekort is, zou elke gemeente eigenlijk een flexibele schil moeten hebben voor mensen die niet (langer) op een woning kunnen wachten. Dat kunnen kleine flexwoningen zijn, maar bijvoorbeeld ook recreatiewoningen die tijdelijk voor reguliere bewoning mogen worden gebruikt. Dat de bewoners van deze woningen minder tevreden zijn en relatief snel weer willen verhuizen, hoeft geen probleem te zijn. Het vraagt wel dat er perspectief is op doorstroming naar een passende permanente woning. Een flexibel dak boven het hoofd maakt dus geen einde aan de zorgplicht van de gemeente. De hoge doorstroming in flexwoningen vraagt bovendien om goed beheer en een evenwichtige mix van kwetsbare en zelfredzame bewoners. Als aan die voorwaarden wordt voldaan, kan flexwonen een prima tussenstap zijn.

Wat al bekend was en ook uit het PBL-rapport naar voren komt: de realisatie van flexwonen brengt veel uitdagingen met zich mee. Van het vinden van geschikte locaties tot het sluitend krijgen van de business case. En van netcongestie tot weerstand bij omwonenden. Daarover misschien meer in een volgende blog.

12 november 2024

Elke gemeente een flexibele schil?

Verdeelde reacties op het rapport Woningen voor kleine huishoudens dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op 29 oktober jl. publiceerde. Op Linkedin is de discussie behoorlijk gepolariseerd: je schijnt voor of tegen flexwonen te moeten zijn. En dat terwijl het onderzoek niet eens specifiek over flexwonen gaat, maar over kleine woningen (<50m2) in het algemeen.

27 oktober 2024

Wie kan er nog betaalbaar wonen?

De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) maakt een verantwoorde woningfinanciering voor meer mensen mogelijk. Voor een hypotheek met NHG-garantie betaal je een lagere rente, wat je maandlasten beperkt. Daarnaast biedt NHG een vangnet bij onvoorziene omstandigheden, zoals langdurige arbeidsongeschiktheid of een relatiebreuk. Een hypotheek met NHG heeft dus veel voordelen. Zo’n hypotheek kan worden afgesloten bij de aankoop van een huis tot de gemiddelde koopsom in Nederland. Die is de afgelopen jaren fors gestegen. In 2022 lag de NHG-grens op €355.000, in 2023 op €405.000, in 2024 op €435.000 en in 2025 stijgt de NHG-grens verder naar €450.000. Bijna een ton erbij dus in slechts een paar jaar tijd !

De vraag is niet alleen: ‘waar houdt het op?’ maar vooral: ‘wie kan dat nog betalen?’ Zeker de helft van alle huizenkopers blijkbaar. Dat zullen vaak mensen zijn met eigen vermogen, bijvoorbeeld in de vorm van overwaarde op een eerdere koopwoning.

24 mei 2024

Geen voorrang meer voor statushouders?

Het kan verkeren. Eerst werden gemeenten verplicht om bij de toewijzing van sociale huurwoningen voorrang te geven aan statushouders. Vervolgens werd het een bevoegdheid, en nu dreigt zelfs een verbod. In het Hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB staat namelijk het voornemen om: “van de Huisvestingswet af te wijken door een verbod in te stellen op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders op grond van het feit dat zij statushouders zijn.”

21 februari 2024

De Wet betaalbare huur: komt 'ie er of komt 'ie er niet?

Binnenkort buigt de Tweede Kamer zich over de Wet betaalbare huur. De formerende partijen hebben al laten weten er niets in te zien, en volgens sommige particuliere verhuurders zou deze wet de doodsteek zijn voor de vrije huursector. Mede door deze negatieve beeldvorming is het nog erg onzeker of de Wet betaalbare huur er komt. De uitkomst van dit proces is -behalve voor de verhuurders- vooral van belang voor de vele woningzoekenden die niet (meer) in aanmerking komen voor sociale huur, maar ook (nog) niet kunnen of willen kopen.

02 februari 2024

Bouwen voor starters of voor doorstromers?

De provincie Zuid-Holland wil niet meer meewerken aan woningbouwplannen met te veel dure woningen. Als er in een project te veel dure woningen of te weinig sociale huurwoningen zitten, moet dat elders binnen de gemeente of de regio worden gecompenseerd. De provincie geeft als argument voor deze maatregel dat er een grote behoefte is aan betaalbare woningen.

Bij gemeentebesturen zie je vaak dezelfde reflex: we hebben te weinig woningen voor starters, dus moeten we die bouwen. Toch is dat niet altijd de beste strategie.

18 januari 2024

De huisvestingsverordening - balanceren tussen willen en mogen

De Huisvestingswet 2014 geeft de gemeenteraad bevoegdheden om te sturen op veranderingen in de bestaande woningvoorraad en de toewijzing van goedkope woningen aan specifieke groepen woningzoekenden. Wat goedkoop is, mag de gemeenteraad zelf onderbouwen en kan per gemeente verschillen.

Deze website is beveiligd d.m.v. reCAPTCHA. De Google Privacy Policy en Terms of Service zijn van toepassing.